't Valt niet te beschrijven wat ik van haar vondWant ik werd zelfs ontroerd door haar fiets
En als ik haar zag hield ik steevast m'n mond
'k Dierf niks zeggen dus zei ik maar niets
En plots op een zaterdag zag ik m'n kans
Op het jaarlijkse boekhoudersbal
Ik dacht als ik strakjes een wals met haar dans
Dan steek ik walsend van wal
Op de boekhouderswals, de boekhouderswals, de boekhouderswals
De boekhouderswals, de boekhouderswals, de boekhouderswals
Dan zou ik haar zeggen hoe mooi ze wel was
Want die dag was ze mooier dan ooit
Niet stotterend als een verliefde paljas
Maar heel rustig gewoon, haast verstrooid
Ik zeg dan heel simpel 'ik hou zo van jou'
En ik druk haar zacht tegen me aan
Heer Jezus, vooruit, draai die wals nu maar gauw
Want ik voel dat het prima zal gaan
De boekhouderswals, de boekhouderswals, de boekhouderswals
De boekhouderswals, de boekhouderswals, de boekhouderswals
En eindelijk kwam daar de boekhouderswals
Maar ze danste met hem wel niet met mij
Een goedgekleed zwijn morste kwijl in haar hals
'k Kon wel raden wat hij tot haar zei
M'n eerste gedachte was 'was ik maar dood'
Straks smijt ik mezelf voor een trein
Hoewel toch niet sterven voor zo'n idioot
Verder deed het nog wekenlang pijn
De boekhouderswals, de boekhouderswals, de boekhouderswals
De boekhouderswals, de boekhouderswals, de boekhouderswals