Okee, ik snap geen jota
van automechaniek,
maar toch zeg ik, "mijn Toyota
was een wonder der techniek."
Hij was van éénentachtig,
hij schakelde zo zoet,
dat beige stond hem prachtig,
de deuren sloten goed.
Amper dertigduizend ballen voor zo'n pure klassebak,
en wat een fijne zestienhonderd dat er in zijn buikje stak.
Toyota Carina, Toyota Carina,
Toyota Carina-aaaaa.
Hij had geen vijf vitessen
en hij had geen open dak,
maar wat een kracht en een souplesse,
wat een mooie beige lak.
Zijn banden hadden allemaal een adellijk profiel,
zowel de voorste als de achterste, en het reservewiel.
Toyota Carina, Toyota Carina,
Toyota Carina-aaaaa.
Natuurlijk werd hij minachtend bekeken
door dikkenekken met een BMW,
of door krapuul met een CX en jannestreken,
maar daar lachten wij eens mee.
Vlaamse moeders stoven witloof of ajuinen,
wij stoven met zijn tweeën naar de zee.
Hij was al beige dus hij hoefde niet te bruinen,
ik vond dat beige wel okee.
Toyota Carina, Toyota Carina,
Toyota Carina-aaaaa.