In een straatje in een stadje met een tuintje en een platje
Woont het huisgezin van Henderik van Tutte
Ze zijn zo beschaafd en netjes en een heel klein tikkie vetjes
En aan 't hekkie zit een bordje: H.van Tutte
Achter groengeverfde horren, zie je Henderik z'n snorren
Als ie met z'n krantje in z'n praatstoel zit
En je ziet ze weer verdwijnen bij het sluiten der gordijnen
Als de theepot staat te trekken op de pit
Maar voordat Henderik z'n krant heeft weggelegd
Wordt er door niemand in de kamer wat gezegd.
Ze zitten heel de lieve avond te pietlutten
De familie Van Tutte
In comestibles en grutten
En heeft om tien uur ieder zich te bed gelegd
Dan is er veel gepraat, maar bijna niks gezegd
Mama Van Tutte, die de thee staat te schenken
Staat even over hoge noten na te denken
Gist'ren zijn we ongelogen naar de opera getogen
Met zijn vieren in ons allerbeste spullen
En ze hebben daar gezongen dat de ruiten d'r van sprongen
Jongejonge, wat die mensen kunnen brullen
En dan speelde ze de fiedel en dan zong d'r een een riedel
Je genoot je daar de zenuwen, vooral van die sopraan
Die stond d'r handen maar te wringen en toen stierf ze onder 't zingen
En toen hebben ze het doek weer dichtgedaan
Ook kleine Keesie wil het zijne d'r van zeggen
En laat door opera's zich niet in de luren leggen
Gist'ren zijn we wezen kijken naar een opera vol lijken
En daar stond zo'n echte gluiper in te janken
En die stak een and're gabber met een degen in zijn tabber
En die zakte toen voor pampus op de planken
Maar ik had een handje peren en die ben ik gaan proberen
En ik heb ze bij die dooie boven op zijn neus gemept
Toen heb dat lijk toch liggen brullen, 't was gewoon om van te smullen
Ik dacht al die tijd al dat ik wer genept.
Papa van Tutte, die geweldig muzikaal is
Vindt, dat de rest van de familie niet normaal is
Ik ben altijd pedagogisch, da's waarachtig nogal logisch
En ik wou de and'ren gist'ren dus wat leren
'k Ben met kaartjes thuisgekomen en ik heb ze meegenomen
Maar ze zitten je gewoon te koejeneren
'k Zat me adem in te houen bij het zingen van die vrouwen
Maar me Keesie gooide handen vol met erwten van 't balkon
Toen is die tante uitgeglejen, zeven treetjes naar benejen
Uitgerekend toen d'r hoge noot begon
En nou we Henderik van Tutte hoorden klagen
Zal ik nog even naar 't relaas van opa vragen
Die zit als altijd honderdzeventig te dutten
Ik geef het woord dus maar aan Tante Koosie van Tutte
Nou moe, die halve dolle, wou m'n trommelvliezen mollen
Is me dat een hoopie heibel voor je centen
Henderik is es gaan proberen ons de opera te leren
Maar ik heb veel liever rijstebrij met krenten
Uren staan ze daar te loeien om te sneven zonder bloeien
En die vrijer met dat stokkie denkt dan: Ben je nog niet klaar
En als ze eind'lijk met z'n allen op een bossie zijn gevallen
Slaat die vrijer aan het maaien
Om een punt d'r an te draaien
En die staat zich op te winden
Tot ie 't end heb kunnen vinden
En voor al die flauwe grappen
Gaan de mensen dan nog klappen
Tante Koosie zegt: Geef mij de speeltuin maar
Ze zitten heel de lieve avond te pietlutten
De familie Van Tutte
In comestibles en grutten
En heeft om tien uur ieder zich te bed gelegd
Dan is er veel gepraat, maar bijna niks gezegd