Ik moet varen
op mijn eenzame boot
Zeven jaren
en de zee is zo groot
De wateren zijn
zo blauw als de dood
Zeil en touwen
Stilte en eenzaamheid
Naar het blauwe
Naar de kim van de tijd
De wereld raakt ons
eindelijk kwijt
Ze zeggen dat er
geen Eden meer is
dat ook het heden
het heden maar is
het de moeite niet loont
wonen waar je niet woont
Wat moeten wij
alleen met ons twee
in het diepblauw
van die zevende zee
Waar ik ooit in verdwijn
met mijn eenzame boot
Lief van niemand
en de wind om mijn hoofd
en mijn zout hart
heb ik niemand beloofd
Alleen aan mijn boot
mijn eenzame boot
Voel ons varen
op de buik van de zee
Honderd havens
Honderd heimweeën mee
We zijn samen nooit bang
voor het blauw van haar schoot
Ze zeggen dat er geen Eden meer is ...
Ik moet varen ...
De wateren zijn zo blauw als de dood
De wateren zijn zo blauw als de dood