Een jonge moeder en haar kleine zoon
Gelukkig en vol tevredenheid
Ze waren altijd te saam
En hielden van elkaar
Daarvoor namen ze ook alle tijd
Maar op zekere dag
Hun levenslot sloeg toe
Hun uren waren geteld
Het kind huilde zachtjes en zei tegen mij
Terwijl ze zijn hand vasthield
refr.:
Zeg mamma wat heb ik toch gedaan
Ze halen jou bij mij vandaan
Het is niet eerlijk, niet terecht
Maar toch was het bestemd voor jou
Je weet, ik ben nog maar zo klein
Ik heb je nodig, je mag niet gaan
En uitgerekend jij, ik begrijp het niet
De jongen ging naar een nieuw tehuis
De tijden voor hem waren zwaar
Het is nooit zo goed als vroeger thuis
Want zijn moeder, wat miste hij haar
Hij denkt vaak terug aan die mooie tijd
Met zijn moeder, samen in de tuin
Dan wordt zijn blik zo star als ijs
En fluistert zacht wat hij toen zei
refr.
En uitgerekend jij, ik begrijp het niet.