Ik passeerde giteren een weeshuis dat daar stond
De kinderen speelden voor de deur
Een lach klonk uit hun mond
Een jochie stond alleen
En ik zei hem: speel toch mee
Ik keek hem aan maar hij was blind
En smekend zei hij mij
refr.:
Ik hoor nergens bij
Ik hoor nergens bij
Net als het onkruid
Dat zomaar groeit in de wei
Geen broers en ook geen zuster
Geen moeder echt voor mij
En zelfs geen vader
Ik hoor nergens bij
Soms komen er mensen
Die willen dan een kind
Met liefde voor ze zorgen
Is wat men nodig vindt
Maar mij vinden ze zielig
Ze lopen mij voorbij
Dan nemen ze een ander kind
Want blind wordt niet bemind
Hij hoort nergens bij
Hij hoort nergens bij
Net als het onkruid
Dat zomaar groeit in de wei
Geen broers en ook geen zuster
Geen moeder echt aan zijn zij
En zelfs geen vader
Hij hoort nergens bij
Hij zei: ik heb geen moeder
En ik voel me een malloot
Ik ben dan ook zo eenzaam hier
Oh God, was ik maar dood
Want boven in de hemel
Daar is iedereen gelijk
En ieder kind is daar gezond
Daar voel ik mij zo rijk
refr.
Hij hoort nergens bij
Hij hoort nergens bij
Net als het onkruid
Dat zomaar groeit in de wei
Geen broers en ook geen zuster
Geen moeder echt aan zijn zij
En zelfs geen vader
Hij hoort nergens bij