Hij ligt weer languit in de sofa,
Hij hangt weer breeduit in z ’n hoek,
Maar hij zit te ver van de deur,
Om zelf te zien wat er buiten allemaal gebeurt
Hij snuift z ’n coke op een oud stuk spiegel
Hij zuipt zich dood met een honderd paar ogen erbij
In rook gehuld orakelt hij:
“Heel dit leven betekent niks,
Want ik,ik ben zoveel meer in de wereld die ik verken,
Want ik, ik ben een happy face
in een wereld zonder menselijk gelaat”
Heel wat spiegels belichten z ’n kamer,
maar hij beweert dat hij zichzelf er nog nooit heeft bezien
Heel wat volk streelt z ’n ego
wanneer het licht van de spots op hem staat gericht
Met hese stem prevelt hij:
“Heel dit leven betekent niks,
Want ik, ik ben zoveel meer in de wereld die ik verken,
Want ik, ik ben een happy face
in een wereld zonder menselijk gelaat”
Komaan, komaan, komaan,
En hij wil steeds meer