Elke maandagmorgen grijp ik heel hard naar de fles,
ver dwaasd word ik wakker en ze ligt nog in mijn bed.
Het regent en het dondert thuis, ik ken al lang mijn les,
’s avonds zoet als honing, ’s morgens bitter als de pest.
Het maakt niet uit, het maakt niet uit,
het maakt niet uit, doe de jenever dans.
Het maakt niet uit, het maakt niet uit,
het maakt niet uit, doe de jenever dans.
Koffie van de buurvrouw die alle vuren blust,
ze lacht haar tanden bloot, heb jij de duivel gekust?
Het hagelt in mijn hoofd en mijn lever kapseist,
ik leef niet om het langst,‘k heb met de duivel gedanst.
Het maakt niet uit, het maakt niet uit,
het maakt niet uit, doe de jenever dans.
Het maakt niet uit, het maakt niet uit,
het maakt niet uit, doe de jenever dans.
Barsten in de muur, ik ben een vrolijk huis,
vol avontuur, we vergaan met man en muis.
Luizig toneel, we spelen er allemaal in mee,
maar vraag me niet te veel, ik ben slechts de nar meneer.
Het maakt niet uit, het maakt niet uit,
het maakt niet uit, doe de jenever dans.
Het maakt niet uit, het maakt niet uit,
het maakt niet uit, doe de jenever dans.