Marie-roos en Gilbert
dat was een koppel heel apart.
Elke avond gingen zij
naar 't café "In pijn en smart".
Gilbert aan de biljarttafel
en Marie-Roos stond aan de toog.
Tot die dag dat Freddy kwam
en Marie-Roos Gilbert bedroog.
O, Marie-Roos en Gilbert, Gilbert en Marie-Roos.
Het begon zo heel onschuldig,
die keer dat Fred daar kwam.
Hij kwam binnen en ging zitten
bij het bloemetjesbehang.
Marie-Roos keek vanop de barkruk
uit de hoogte op hem neer,
trok haar rokje toen wat hoger
en lachte lief en o zo teer.
O, Marie-Roos en Gilbert, Gilbert en Marie-Roos.
Freddy kreeg ze in de gaten,
nam z'n pils en schoof wat bij;
hij vroeg haar:"wat wil je drinken?",
en zij lachte en werd heel blij.
En aan de biljart stond Gilbert
in bewondering voor elke stoot;
Freddy gaf haar toen een kus op de mond
die geen weerstand bood.
O, Marie-Roos en Gilbert, Gilbert en Marie-Roos.
En ze dronken en ze lachten
en ze vrijden aan de bar.
Maar Gilbert begon te zweten,
hij werd nu toch iets gewaar.
En aan de toog stond Gilbert,
en gaf Freddy toen een stoot,
met de keu recht in het hart van Freddy
die nooit meer weerstand bood.
O, Marie-Roos en Gilbert, Gilbert en Marie-Roos.