Zwalkend door de straten van de kille stad
Boordevol met jejum, stuff en nog zo wat
En z'n kleren vallen bijna van z'n gat
Net een rat
Hij is op de vlucht voor z'n patientenkring
Voelt zich zo verlaten als een zendeling
Die gebogen stuurse blikken onderging
Niet gering
Dr. Grossbaum is geflipt
Hij had zo graag een keer getript
Maar door z'n eigen rottigheid
Kon hij z'n ei niet kwijt
Ei niet kwijt
Laat hem maar zichzelf ontdekken als een mens
Invoelen was toch altijd al z'n grootste wens
Ook al voelt hij nu alleen z'n eigen pens
Onmens
Kijk hem nu eens koken in z'n eigen sop
Psychiater spelen kosst hem weer z'n kop
Want hij denkt uiteindelijk toch: man, donder op
Donder op
Dr. Grossbaum is geflipt
Hij had zo graag een keer getript
Maar door z'n eigen rottigheid
Kon hij z'n ei niet kwijt
Ei niet kwijt
Hij kon zijn ei niet kwijt
Hij kon zijn ei niet
Tekst: H. Sanders, Muziek: H. van der Vorst