Nat en grauw als Flensburg is
op een regendag
stonden wij te liften met z’n twee.
Lily kon een diesel vangen
met haar lieve lach.
En hij nam ons naar het zuiden mee.
Toen nam in mijn Hohner uit mijn vuil versleten halsdoek
en ik blies een droevig lied.
En Lily zong
en de ruitenwisser sloeg de maat
met Lily’s handgeklap.
De chauffeur neuriede mee en werd weer jong.
Vrijheid is de bloem de bloeit
waar alles verloren ging.
Niets te verliezen maakt je vrij,
vrij als vogels wordt je, God, als Lily naast je zingt.
Vrij als vogels zijn,
als vogels blij.
Dit geluk volstond voor Lily en mij.
Van de wintergrijze Oostzee
naar de Italiaanse zon
deelde ik met Lily lief en leed.
Altijd stond ze aan mijn zij,
hield me warm bij nacht.
Altijd dicht bij mij, wat ik ook deed
Maar ergens voorbij Napels plots,
liet ze mij alleen,
zoekend naar een haard en wat geluk.
En ik ruil graag heel mijn toekomst
voor slechts één voorbije dag,
nog eens tegen Lily aangedrukt.
Tekst: Bert Broes
Muziek: K. Kristofferson en Foster
Arr.: Leo Cools