Zeg vrienden luistert naar mijn lied
Wat er te Raamsdonk is geschied
Daar woonden een man, een vrouw, een kind
Die leefden helemaal van de wind
De man dat was een ouwe sok
Die van het minste geritsel schrok
De vrouw dat was een ouwe tang
Van de duvel nog niet bang
refr.:
Hoempa, hoempa, hoempa, hoempa
Hoempa, hoempa pa pa
Hoempa, hoempa, hoempa pa pa
Hoempa, hoempa, hoempa pa pa
Hoempa pa
Die mensen hadden een beetje geld
Daar waren de moordenaars op gesteld
En in het hartje van de nacht
Lagen de moordenaars op de wacht
Ben, al in 't vak bekwaam
Die kroop toen door het w.c. raam
Frank, die maakte zich even plat
En kroop toen door het sleutelgat
refr.
De vrouw die viel van schrik uit bed
En brak de baleinen van haar corsjet
De man die werd uit bed gesleurd
En hartstikke doormidden gescheurd
De ene meid die werd gesmoord
Met zeven el gordijnenkoord
De knecht die kroop door het kippenhok
Een zwarte kip scheet hem op z'n kop
refr.
De oudste dochter, een schone maagd
Werd in de lengte doorgezaagd
Het vierde kind, een jonge spruit
Kroop in z'n broek de voordeur uit
De tuinman die nam toen de gieter
En sloeg ze op hun sodemieter
De veldwachter ook lang niet mis
Die sleepte ze door de koeiepis
refr.
De moordenaars kwamen voor het gerecht
En werden toen ter dood gezegd
En toen ze samen de trap op klommen
Zei Ben: "Het kan me niks verdommen"
En toen ze aan de galleg hingen
Begonnen ze 't "Neerlands Bloed" te zingen
En Ben, die kon de wijs niet houwen
En zong het "Wilhelmus van Nassouwe"