Er was eens een boer en die ging naar de wei
En als hij was in de wei
Dan stond zijn vrouwtje al aan de deur
Gekleed al in het zij
Mijn man die is toch naar de wei dacht zij
Mijn man die is toch naar de wei
Zo'n wei, zo'n wei, zo'n dwingelandij
Mijn man die is toch naar de wei
Toen kwam er een officiertje aan
Die bleef voor dat dametje staan
Hij greep eens aan haar boezelaar
Zij liet het maar stilletjes begaan
Mijn man die is toch naar de wei dacht zij
Mijn man die is toch naar de wei
Zo'n wei, zo'n wei, zo'n dwingelandij
Mijn man die is toch naar de wei
Wil jij een gulden verdienen van mij
Een gulden is waarlijk wat duur
Maar voor zo'n aardig lief vrouwtje als jij
Sta ik er zo vast als een muur
Mijn man die is toch naar de wei dacht zij
Mijn man die is toch naar de wei
Zo'n wei, zo'n wei, zo'n dwingelandij
Mijn man die is toch naar de wei
't Officiertje dat kleedde zich spoedig uit
En toen hij daar nakend stond
Toen werd er al aan de deur geklopt
Hij viel er van schrik op de grond
Dacht jij dat ik was naar de wei, zei hij
Dacht jij dat ik was naar de wei
Zo'n wei, zo'n wei, zo'n dwingelandij
Dacht jij dat ik was naar de wei
Ach lieve man, ach lieve man, vergeef het me deze keer
Ik zal zwoegen en werken zo hard als ik kan
Ik doe het van m'n leven niet weer
Ik ga liever met jou naar de wei, zei zij
'k Ga liever met jou naar de wei
Zo'n wei, zo'n wei, zo'n dwingelandij
'k Ga liever met jou naar de wei, zei zij
Zo'n wei, zo'n wei, zo'n dwingelandij
'k Ga liever met jou naar de wei