En waar leidde zeide zij
Een klein dochtertje van mij
En waar zal jij zo haastiglijk henen
Waar ik er zo haastiglijk henen henen zal
En dat zal ik er mijn moeder wel gaan zeggen
Ik draag er van de ruiter een kleine kindje zwaar
Nu hebben zij gezeid dat ik moet sterven
Een kleine kindje dragen dat doen der ja wel meer
En daar hoef jij niet langer om ze zuchten
Ik wachtte ja niet lang meer of ik schreef er hem een brief
Dat de ruiter over moest komen
Toen de ruiter al over die gevallen brugge ging
En dat maantje dat scheen er zo helder
Hij sloeg er daar zijn ogen door die vensterglazen heen
En daar stond er een kist op stelten
En daar achter die kist daar stond er ja een stoel
En daar ging die ruiter op zitten
Al wierden nu mijn vader of mijn moeder beiden dood
Daar kon ik niet meer om zuchten
Hij plukte er zijn gele krulharen uit zijn hoofd
En wrong er zijn handen in stukken
En toen ging hij ja al in een duister duister gat
En daar heeft hij zichzelve opgehangen