Er was er 's een moeder-fee
En had ze kindertjes? Ja, twee
Twee kleine feeenkindertjes
Met vleugeltjes als vlindertjes
Ze waren beiden mooi en slank
Maar 't ene kind was lelieblank
Zoals de feetjes moeten wezen
En 't andere kind zal vol met sproeten
De moeder was heel erg ontdaan
Ze waste 't kind met levertraan
Met katjesdauw, met tijgermelk
Ze doopte 't in een bloemenkelk
Maar 't hielp geen steek, o nee, o nee
Het was en bleef een sproetenfee
"M'n dochter", zei de moeder toen
"Nu kan ik er niets meer aan doen
Je bent als fee (zacht uitgedrukt)
Volledig en totaal mislukt
Ga naar de koning Barrebijt
En zeg daar: 'Uwe Majesteit
M'n moeder doet de groeten
Ik ben een fee met sproeten'
Wellicht neemt koning Barrebijt
Je dan in dienst als keukenmeid
Die man heeft altijd wel ideeen
Voor min of meer mislukte feeen
Het feetje ging direct op weg
Het sliep 's nachts in de rozenheg
En 't prevelde de hele tijd:
"O Sire, Uwe Majesteit
M'n moeder doet de groeten
Ik ben een fee met sproeten"
En toen ze aankwam in de stad
Stond ze te trillen als een blad
De koning opende de deur
En zei: "Gedag, waar komt u veur?"
En wit van zenuwachtigheid
Zei 't feetje: "Uwe Majesteit
M'n moeder doet de groeten
Ik ben een spree met foeten"
"Wel", sprak de koning heel beleefd
"Ik zie wel dat u voeten heeft
Maar u bent, op mijn oude dag
De eerste spree die ik ooit zag"
Toen heeft hij dadelijk gebeld
En 't hele hof kwam aangesneld
De koning zei: "Dit is een spree
Iets heel bijzonders. Geef haar thee
En geef haar koek. En geef haar ijs
Ze blijft hier wonen in 't paleis"
Nu woont het feetje al een tijd
Aan 't hof van koning Barrebijt
En niet als keukenmeid, o nee!
Ze is benoemd tot opperspree
Ze heeft een gouden slaapsalet
En gouden muiltjes voor haar bed
En alle heren aan het hof
Die knielen voor haar in het stof
Waaruit een ieder weer kan lezen
Dat men als fee mislukt kan wezen
Maar heel geslaagd kan zijn als spree
Dit stemt ons dankbaar en tevree