De mensen gaan met bussen naar 't zuiden
Naar Locarno en Lugano en Tessien
En toch hebben ze de sluizen van IJmuiden
Van hun leven nog geen ene keer gezien
En ze weten niet hoe mooi de duinen zijn
In Zeeuws-Vlaanderen, op Ameland
Of de bruggen en de scheepjes op de Ouwe Krommerijn
Al die plekkies in ons eigen land
refr.:
Ik hoef niet naar het Largo Maggiore
Ik hoef niet in een Oostenrijkse tsoeg
Als ik zwerf, in de buurt van Apeldoorn
Is 't voor mij al mooi genoeg
D'r zijn mensen, doe motte zo nodig
Maar voor mij is 't buitenland overbodig
Ik vind m'n vakantieplezier
Hier
Ze raggen 's zomers naar de Pyreneeen
En ze vliegen allemaal naar de Cote D'Azur
Ik voor mij, ik ben al helemaal tevreje
Met een heel klein stukje Gelderse natuur
En ze weten niet hoe mooi de polders zijn
Met de koeien aan de waterkant
Ze vergeten onze plassen en de molens aan 't Gein
Al die plekkies in ons eigen land
refr.