Je slaapt terwijl ik wakker naast je lig
Je ademt gemakzuchtig in en uit
Je lichaam weet niet meer wat het heeft aangericht
Ik streel het zonder dat mijn handen je huid aanraken
Ik kus het zonder met mijn lippen geluid te maken
Je droomt en ik vlakbij weet niet waarvan
Je ligt allerbehaaglijkst op je zij
Je lichaam dat wel in het mijne kruipen kan
Blijft ontoegankelijk, nooit kan ik dichterbij je komen
Wat schandelijk om onafhankelijk van mij te dromen
Je slaapt terwijl ik razend naast je lig
En morgen ben je met mijn lot begaan
Tovert vrijblijvend meegevoel op je gezicht
Nu een en al dovemansoor om tegenaan te praten
Je slaapt en ik, ik huil
Maar zonder een traan te laten