Bij Jansen, vier hoog, op 't plat
Daar zat een onbekende kat
Toen Jansen net naar bed wou gaan
Hief die kat opeens een hymde aan
Jansen klom toen uit z'n bed
Schreeuwde woedend: "He, laat je het"
De kat dacht: Die verandert zo
Vervolgde dus 't fortissimo
Jansen nam een kolenschop
En hij smeet 't naar die kat z'n kop
De schop viel verbolgen op de grond
De kat bleef gaaf en kerngezond
Jansen ging naar 't abattoir
Huurde zeven slagers daar
Zei vervolgens de kat vaarwel
De slagers stroopten 'm uit z'n vel
Een dag daarna, wat ik je zeg
Riep Jansen blij: "Die kat is weg"
Maar op 't platje lag een leverworst
Die bio werd toen uit volle borst
Bij Jansen, vier hoog, op 't plat
Daar zat een onbekende kat
Toen Jansen net naar bed wou gaan
Hief die kat opeens een hymde aan