Mijn vader die is goochelaar
Gelukkig geen beroeps
Er zou niet van te leven zijn
Het is niet zoveel soeps
Hij heeft een stokje en een hoed
En kaartjes, hele kleine
Een lange sliert gekleurde sjaals
En witte nepkonijnen
En witte nepkonijnen
Hij zegt ik ben een kunstenaar
Maar werkt op een kantoor
En 's avonds staat hij op toneel
Ik vraag me af waarvoor
En weet je wat het ergste is
Mijn mam is assistente
Ze staat met zonder kleren aan
Het zijn pijnlijke momenten
Het zijn pijnlijke momenten
Soms moet ik met ze meedoen
In dit achterlijke pak
Hij goochelt mij dan in een doos
En ik denk wat een zak
Maar mam, dat badpak is te klein
En oh die dikke benen
En ook haar dingen zijn te veel
Ik zit met kromme tenen
Ik zit met kromme tenen
Ik wou dat van school was
Want ook daar gaan ze het doen
Ze schamen zich ook nergens voor
Ze kennen geen fatsoen
Dus naar dat feestje ga ik niet
Ik zal daar niet verschijnen
Ik zeg dat ik hondsdolheid heb
Ik wil voorgoed verdwijnen
Ik wil voorgoed verdwijnen