Op ons eiland waait de wind
Waait de wind altijd dezelfde kant op
En altijd waait de wind
Waait de koele wind altijd het land op
Je bent er altijd buiten
Dat kan ook daar
Je weet: Daar buiten is de zon
Op ons eiland krijg je les
Krijg je aardrijkskunde en geschiedenis
Ieder leert op les
Waar de Beulaker en Belter Wiede is
En wat gemengd bedrijf is
En hoe men ooit
Het Drentse veenlandschap ontgon
Nederlands
Dat ken ik
Nederlands
Dat ben ik
Nederlands
Die stam plus T
Dat zijn wij
Op ons eiland leert een kind
Van de zilvervloot en over Spanje
En altijd leert een kind
Van Calvijn en Willem van Oranje en
Ook van de Batavieren
Die kwamen toch
Destijds bij Lobith in ons land?
Op ons eiland leert een kind
Hoe je rekent met een mand vol peren
Maar wàt een peer dan is
Dat vergeet men je helaas te leren dus
Je hoopt maar dat je som klopt
Al zijn er dan
Geen peren in je eigen land
Nederlands
Dat ken ik
Nederlands
Dat ben ik
Nederlands
Die stam plus T
Dat zijn wij
Op ons eiland in de wind
Waar de divi-divibomen groeien
Dat eiland in de wind
Waar cacteeën en agaves bloeien
Ja, daar speel je blikkie-blikkie
Je hoort het al
Of niet?
Waar denk je aan?
Je hoort het al
Of niet?
Waar denk je aan?
Je hoort het al
Of niet?
Dat hoort bij Nederland