Dorus was al vijftien jaren in het Armhuis uitbesteed
Dorus was een ouwe snoeper die nog graag een grappie deed
Altijd zindelijk en netjes, altijd opgepoetst en knap
Ging die op z'n uitgaansdagen, met twee dubbeltjes op stap.
Dan zei z'n kameraad, die naast 'm liep op straat:
"Dorussie mot er weer herrie van komen
Dorussie, Dorussie, hou je nou stijf
Morgen dan hoorie de dokter weer brommen
Morgen dan hebbie weer pijn in je lijf."
Eerst liep Dorus langs de Kruiska en daar kocht ie Negeret
En 'n dubbeltje sigaren die stak ie in z'n pet
Dan ging Dorus aan het pruimen, en hij rookte een sigaar
En hij pruimde en hij rookte, heel de rommel door mekaar.
De jongens van de Ka, die zongen 'm al na:
"Dorussie mot er weer herrie van komen
Dorussie, Dorussie, hou je nou stijf
Morgen dan hoorie de dokter weer brommen
Morgen dan hebbie weer pijn in je lijf."
Dikwijls ging ie op een middag met z'n ouwetje d'r vandoor
En daar kocht ie pepremuntjes of een onssie koffie voor
In het Park en op een bankie, was ie in z'n element
En dan zei ie "Potverdoossie, ik ben nog een jonge vent!"
Z'n oudje lachte dan, en zei: "Stel je niet an":
"Dorussie mot er weer herrie van komen
Dorussie, Dorussie, hou je nou stijf
Morgen dan hoorie de dokter weer brommen
Morgen dan hebbie weer pijn in je lijf."
Dorus zag een aardig meisje dat het stoepie stond te doen
Dorus keek eens naar d'r kuiten en op streek kwam Dorus toen
Toen ie zich niet goed kon houden, gaf die meid een harde gil
Want hij kneep in het voorbijgaan, even stiekem in d'r ... arm.
Een bakker die het zag, riep stikkend van de lach:
"Dorussie mot er weer herrie van komen
Dorussie, Dorussie, hou je nou stijf
Morgen dan hoorie de dokter weer brommen
Morgen dan hebbie weer pijn in je lijf."
(c) Koos Speenhoff