Buiten waait een ijzige Noordooster
Mijn naam is Piet, de oude ziekentrooster
Hij was de herder hier aan boord
Hij zong Gods lof en sprak Zijn Woord
Op de deining van de troosteloze zee
Ze roepen mij als iemand ligt te sterven
Ik troost hen met: Gij zult de hemel erven
De meeste mensen mag ik wel
Maar sommigen wens ik naar de hel
Dan bid ik slechts een kort Memento Mori
Cantate domino canticum novum
Non clamor sed amor sonat in Aure Dei
Ze vragen mij te helpen met de doden
Ik begraaf ze onder groene zoden
Daar bovenop een houten kruis
Zij keren weder naar Gods huis
Hun laatste reis, dat is de Hemelvaart
Waarom gaat de Heer mij nu verlaten?
Loop ik nooit meer door Batavia's straten?
Op zee te sterven is zo wreed!
Zijn doodskleed ligt hier al gereed!
Een zeemansgraf, zo ga ik naar de haaien
De grootste rijkdom heeft voor mij geen waarde
Slechts je botten resten in de aarde
Een enkeling, die je even mist
Je eindigt allen in een kist
Mijn naam is Piet, de oude ziekentrooster
Buiten waait een ijzige Noordooster
Cantate domino canticum novum
Non clamor sed amor sonat in Aure Dei
Cantate domino canticum novum
Non clamor sed amor sonat in Aure Dei