Ik klom de boom al oppe die mij te hoge was
De takken braken aan stukken en ik viel al in het gras
Schoonlief wil jij met mij rijden, schoonlief wil jij met mij gaan
Ik zal je liefje jou leiden waar de rode roosjes staan
Ik zal niet met jou rijden, ik zal niet met jou gaan
Mijn vader zoude me schelden, mij moeder zoude me slaan
Waarom zou hij jou schelden, waarom zou zij jou slaan
Jij hebt de rode roosjes toch in de schaduw gedaan
Ik lag er 's nachts en sluimerde al in mijn zoet liefs arm
Ik moest er wederom uit, het was heet het was koud het was warm
O wat is het bitter lijden als het immer wezen moet
Hoe nood is dat wij scheiden al van die liefste zoet