Merie, ik klim maar in de pen om jou nou 'es te zegge
Wat ik vaak, als ik bij je ben, voorop me tong heb legge
Jij vroeg mij of ik op de vaart nooit van gevoel verander
En of ik niet, naar zeemansaard, wel 's aanpap met een ander
(Niks hoor, meid...)
refr.:
Want, leg ik in m'n kooi
Me eige uit te ruste
Denk ik aan jou, Merie
En aan je fraaie buste
Nou ja, ik ben niet van cement, soms wil je in een haven
Ten koste van je tractement, je liefdesdorst wel 's lave
Ik weet verrekte goed, hoor meid, dat dat maar surrogaat is
En achteraf heb ik vaak spijt, want jij doet zoiets gratis
refr.
In Rio wacht Juanita en Ingrid smacht in Bergen
En Suez, daar zal Saida veel van m'n krachten vergen
In Havre vraag ik voor Yvette een voorschot op m'n gage
In Antwerp' leg ik bij Suzette een week in de menage
refr.
De hitte van de sambal drijft mij in Adinda's armen
En als de poolkou me verstijft weet Karin me op te warmen
In Dublin krijg ik van Maureen naar Ierse trant een kussie
In Hamburg, daar gedraagt Katrien zich echt niet als me zussie...
refr.
Merie, je heb nou een idee hoe of de zaak d'r bij staat
Maar heus, de schuld dat is de zee, weet dat voor je me vrij laat
En snap je hoe ik er toe kom me ziel zo bloot te schrijve
Je weet nou wat ik doormaak om voor jou in vorm te blijve
refr.