Als er in vroegere tijd een begrafenis was
Wist je ook zeker dat daar spijs en lafenis was
Dan kwam de huilebalk rondhuilen: "D'ris er een dood"
En in het sterfhuis staat wijn klaar en worst, kaas en brood
Waar vind je nu in een sterfhuis nog brood op de plank
In onze tijd is men gierig met tranen en drank
Dat is de reden waarom je vandaag aan de dag
Bijna geen kans meer krijgt... tot vrolijk rouwbeklag
Bijna geen kans meer krijgt... tot vrolijk rouwbeklag
refr.:
Ach, waar is de rouwpracht van weleer
De fijne lijkkoetsjes, lijkkoetsjes, lijkkoetsjes
Lijkkoetsjes uit vroeger jaren
Hotsen zo gezellig op en neer
Dat zelfs het lijk in z'n kist, in z'n kist, in z'n kist
Wippend lag te gebaren
Toen was elke erfgenaam een heer
En schonk aan doodgraver, bidder, pastoor en aan 't paard
Zelfs een glas oude klare
Maar 't is verleden tijd
Ik vraag u vol verdriet
Waar bleef de pom-pom-pom-pom-pom
Pompeuze lijk-eer
Ach, met een zweem van spijt
Zing ik mijn klaag'lijk lied
Waar is de pom-pom-pompeuze dood van weleer
Wanneer een mens tegenwoordig de kraaienmars blaast
Wordt 'ie per auto begraven in vliegende haast
Men heeft het lijk daarmee zelfs het plezier afgegapt
Te zien hoe z'n erfgenaam ferm in een paardevijg trapt
Onlangs nog is bij zo'n uitvaart de auto geslipt
Met honderd veertig per uur van de weg afgewipt
Toen men het wrak openbrandde bemerkte men dat
Het lijk zich in die tijd... vermenigvuldigd had
Het lijk zich in die tijd... vermenigvuldigd had
refr.
Als ik geen uitvaart kan krijgen, vol staatsie en praal
Nou, vergeet dan mijn begrafenis maar helemaal
Liever nog word ik in 't vuur of in 't water gegooid
Of, in het ergste geval, sterf ik net zo lief nooit
Ach, kwam de tijd van de statige sterfdag maar weer
Toen kon je zeggen: die kist staat u prachtig, meneer
Toen was er niets dat de vreugde van 't sterven bedierf
Waar is die tijd dat men... als God in Frankrijk stierf
Waar is die tijd dat men... als God in Frankrijk stierf
refr.