Zij, ze bekijkt jou, jij bent haar doel
Jij, je bezwijkt gauw, draait in je stoel
Zij, ze bespeelt je en ze is mooi
Jij, ach het streelt je, jij wordt haar prooi
En ik in mijn hoek, ik zeg geen stom woord
Ik kan het nu toch al raden
En ik in mijn hoek, ik ben nu alleen
Een hinderlijk blok aan je been
Zij lijkt zo schuchter, haast nog een kind
Jij, niet meer nuchter, denkt dat je wint
Zij ziet mijn blikken en ze geniet
Jij, je kunt stikken; afijn, geen scene, hier niet
En ik in mijn hoek, ik zeg geen stom woord
Ik doorzie al je gebaren
En ik in mijn hoek verbijt mijn verdriet
Nutteloos, jij ziet het niet
Zij blaast afwachtend rook voor zich uit
Jij kijkt zo smachtend, praat veel te luid
Zij, ze aanvaardt je, best amusant
Jij schuift je kaartje snel in haar hand
En ik in mijn hoek, ik zeg geen stom woord
Het vijfde wiel aan de wagen
En ik in mijn hoek, ik weet al precies
Hoe ik je heel langzaam verlies