Een maegdekijn in het venster zat
albij het ochtendkrieken
een heerken daar voorbijen trad
las de Libre Belgique
hij zag het meisken en vatte vlam
hij vond haar zeer exquise
zijn hert dat sloeg als een tamtam
hij dacht 't is in de valieze
dies sprak hij in zijn beste Frans
o chère salamander
si belle comme toi vond ik nievérans
en ik zag al 't een en 't ander
het meisken sprak
Gij superflop
ik hoor uw bloed wel klotsen
maar gij zijt gevallen op uw kop
en gij zijt blijven botsen
zij sprak
Mijnheer, al wat gij ziet
daar moogt ge wel naar kijken
maar aankomen, dat moogt gij niet
ik wil uw hemd niet strijken
zij sprak
Daarbij gij zijt een Brusselman
ik wil uw kaas niet bijten
tenzij ik terug zou trekken
van de mutualiteiten
Leg gij uw boontjes maar in de week
en 's zondags op de Broekère
uw neusken ziet mij veel te bleek
ik wil geen paljas par terre
Het heerken is dan voortgegaan
het keek een beetje zure
het meisken loeg in het vensterraam
en sloot haar blaffeturen.
Tekst: Louis Verbeeck
Muziek: Raf Deckers