Zalig is de Vlaemsche vader,
lof en eer gebracht zij hem.
Wij verklaren ons wat nader
en verheffen onze stem.
Die zo met zijn paraplu slaat voor ons volk, ga dat maar na.
Als wij staan alswaar wij nu staan
is dat dank zij onze pa.
Wie heeft steeds voor ons betogen,
kilometers ver te voet?
En wij zien de eksterogen;
zij getuigen van zijn moed.
Hij heeft dochters, hij heeft zonen;
hij heeft roekeloos gespreid.
Heeft gewoekerd met hormonen.
Oh, waar haalde hij de tijd.
Bladen heeft hij doen herrijzen.
Dikwijls at hij kouwe friet,
met of zonder mayonaise;
zat te fluiten in het riet.
Maar zijn eer kon hij bewaren,
ook al schoot men hem tot schroot.
Ook al zat hij op de blaren,
oh als eieren zo groot.
Zalig is de Vlaemsche vader.
Steek de vlag, schal de trompet.
Lijst hem in een gulden kader;
hij heeft Vlaanderen gered.
Ook mijn moeder die moest baren,
breng ik hulde nu meteen
want zij zat toch al die jaren
met mijn vader aan haar been.
Tekst: Louis Verbeeck
Muziek: Yvan Elegast
Arr.: Herman Elegast