Al mijn hagen zijn gesneuveld, al mijn bomen zijn vermoord.
'k Wil mij van verdriet verhangen maar waar hang ik nu mijn koord?
'k Denk nog aan dat groene tijdperk en ik treur dan en ik rouw.
En ik loer doorheen mijn tranen naar mijn cactus op de schouw.
Nu heb ik in mijn frustratie beeldjes naar natuur gemaakt.
De censuur die vindt het eerlijk wel een tikkeltje te naakt.
Ik werk enkel naar model, dat had ik nu niet gehad;
wel een paar om te poseren, maar ik vond geen enkel blad.
Joepie ! 'k vrij nu met een meisje dat een boom heeft naast haar huis.
En dat huis heeft nog wat mos ook boven aan de afvoerbuis.
Hoe groenkleurig is de toekomst met een lieveling van buiten,
want op ons appartementje kweken wij straks samen spruiten.
Die spelen in een tuintje dat men toeplooit na de noen.
En ontbreekt het hen aan zuurstof, nou dan lachen wij wat groen.
Nee, nee, nee, niet alle groen zal verdwijnen,
jij plant jouw boom en ik plant de mijne.
Nee, nee, nee, niet alle groen zal verdwijnen,
jij plant jouw boom en ik plant de mijne…
Tekst: Mies Vergaelen
Muziek: Herman Elegast