refr.:
Hij speelde voor de matrozen
Van liefde en rode rozen
De jongens, die zongen z'n liedekes mee
En ieder refrein galmde over de zee
Zo bracht 'ie dan telkens even
Wat vreugde in 't zeemansleven
Dat joch, dat zo enig kon spelen
Op z'n harmonica
Als jongen van zestien kwam hij op een schuit
Omdat 'ie voor zeeman wou leren
Ze lachten het tengere kereltje uit
Maar d'ouwe, die wou het proberen
En toen 'ie wat schuchter vertrok naar de zee
Toen nam 'ie z'n nieuwe harmonica mee
refr.
Maar d'ouwe, die merkte het al na een week
Het werk kon z'n body niet velen
Want 's avonds dan was 'ie zo stil en zo bleek
En dikwijls te moe om te spelen
Toen hebben z'n maats al z'n werk maar verzet
In ruil voor een beetje harmonicapret
Zo bracht 'ie dan telkens even
Wat vreugde in 't zeemansleven
Dat joch, dat zo enig kon spelen
Op z'n harmonica