Oudje, jij was niet mijn duurste, maar
heel lang
was jij mijn prijs-gitaar
je bent van ouderdom nog krommer
nu dan toen
net Charlie Chaplin’s schoen
uit vroeger’ jaren
je glans is weg, ik zie hier en daar wat roest
maar toch
toch heb je altijd nog
je eigen snaren
hoor nou toch, je trilt heel melodieus
kom kom
je bent toch niet nerveus
dit hier is toch voor jou als oude routinier
gewoonweg A-B-C
maak nou geen scène
ik sla je niet, ik speel heel zacht
ik hou het fijn
nou niet kleinzerig zijn
laat je niet kennen
weet je nog hoe koud het ’s nachts in
Frankfurt was
in ’t park
geen hoes, geen jas
dat meisje dat ik opdook, dat naar oud gebruik
ons diend’ als warme kruik
deed wat verwonderd
zij vond die bank te smal,
jij moest maar op de grond
toen hebben we haar terstond
deraf gedonderd
ja, zo raak je aldoor meer alleen
een vrouw
is ’t liefst nummer één
hè jesses, zie je wel,
steeds weer als ‘k jou bespeel
loop ik sentimenteel
af als een wekker
dat maakt een foute indruk op de luisteraar
terug in je hoes gitaar
slaap jij maar lekker
Tekst en muziek: Dick Poons