en weet je, ’t ergste is
niet of j’ een woordje mist
je in een naam vergist
dat komt er bij
maar of het liedje klopt
of je je niet verstopt
achter een weke krop
rijmelarij
zodat je in zo’n lied
weer door de woorden niet
meer de herinn’ring ziet
die toch van jou was
die j’echt hebt beleefd
die niemand anders heeft
die ook geen boek je geeft
die’s echt van jou, die is van jou
tot j’em verraadt
als ’t met de rijm niet gaat
en je weet, ’t went zo snel
heus je verkoopt het wel
een onsje woordenspel
of wou U’n pond?
nou neemt U’n stoel meneer
een pond gevoel meneer
nee dichten doet geen zeer
de pen is rond
en kijk daar ga ‘k alweer
ik heb geen remmen meer
zelfs in dit liedje probeer
ik weer te richten op een frappe
zorgvuldig voorbereid
met net dat vleugje spijt
waardoor het dieper lijkt
dan een grap
maar weet ik nog wel hoe?
hoe schrijf ik een simpel lied
geen vlag- en wimpel lied
maar wat je daag’lijks ziet
en wat je zegt:
vakantie aan de Rijn
waar’k in de zonneschijn
in ’t Duits verliefd wou zijn
dat duurde een dag
we hebben nog geschaakt
toen is ze zoekgeraakt
of ze heeft afgehaakt
dat ben ik kwijt
wel weet ik hoe zij zong die dag
zij was zo jong die dag
dat je haar groeien zag
maar als gezegd: ik was haar kwijt
veel lijkt het niet
ook niet voor ’n simpel lied…
een simpel lied
Muziek: Colin Schott
Tekst: Dick Poons