Iedereen, vroeg of laat
blijft wel ’s een poosje kwaad
schenk, wijl dat mens’lijk is
niet snel vergiffenis
de bijbelse and’re wang
komt soms in ’t gedrang
haast ieder kins steelt wel
stiekum, in ’t vuur van ’t spel
appelen bij een boer
die ligt dan op de loer
grijpt hij je in je kraag
krijg je een pak slaag
dat is gezond, dat slijt
maar als die boer, uit nijd
steeds weer een straf verzint
voor wat jij deed als kind
wraak op jouw kind’ren neemt
wordt het ietwat vreemd
’n Slang met een vrouw d’r bij
Adam was geen partij
hij werd gestraft, da’s goed
moest worden opgevoed
maar waarom wij ook, Heer:
zondvloed en zo meer?
maar goed, U krijgt Uw zin
wij binden wel wat in
staken deez’ dwaze strijd
reizen terug in de tijd
wij geven dan heel vlug
U dat appeltje terug!
Portugees volksliedje
Tekst: Dick Poons