refr.:
In me hoestbui op vier wielen
En de polisie op me hielen
Rij ik dagelijks kielekiele
Door het verkeer
Niet bepaald als een heer
Maar meer als een wilde beer
Rij ik onvervaart de straten op en neer
En de verkeersagent bij ons op de hoek
Rij ik elke keer de vouwen uit zijn broek
De mensen leven in hoop en vreze
Als ze mij voorbij zien racen
Want maak ik een fout, wat soms gebeurt
Wordt kind en dier in huis gesleurd
Dan gaat het seintje door de straat
Jongens kijk uit, daar heb je Dorus de wegpiraat
refr.
Heeft ie zo af en toe zijn nukken
Dan moet ik niet aan de slinger rukken
Het heeft geen duw al maak ik me kwaad
Want als ik effe met 'em praat
Dan gaat ie met een hels kabaal
Met een gang van veertig aan de haal
refr.