refr.:
Niemand heeft me ooit gezegd: dat is krom en dat is recht
En daarom ben ik zo slecht
Ik beloof je miljoenen, verkoop je knollen voor citroenen
En ik sta een keer of zes per jaar terecht
Maar niet dat me dat nou veel kan schelen
Ik woon m'n levenlang in luchtkastelen
Zo'n woning is niet duur, ik betaal geen stuiver huur
Want daarvoor ben ik te slecht
Leen me nooit geen geld op m'n eerlijke gelaat
Want je ziet 't nooit meer t'rug
Ik licht je op waar je bijstaat, rol je zakken als je voorbijgaat
O, zo vliegensvlug
Ik wek je meelij op met m'n bloedjes van kind'ren
Die ik nooit heb gehad, maar dat mag niet hind'ren
Ik deug voor geen cent, ik ben een slechte vent
Zo eentje die geen scrapules kent
Maar ja jongens, daar kan ik ook niks aan doen
Uiteind'lijk hebben we geen van allen ons eigen geboorte in eigen hand
En waar nog bijkomt:
refr.
Eh meneer, neem me niet kwalijk maar heeft u misschien voor mij een paar
dubbeltjes voor de tram
Nou, 't spijt me beste man, maar ik heb niet kleiner dan een rijksdaalder
O. Nou, dat geeft niet, dan neem ik wel een taxi
O, wat ben ik toch slecht
(Tom Manders)