refr.:
Me vader had net zo'n snor als ik
En zo'n bolhoed op z'n toet
M'n moeder zei: "Man, je bent niet goed snik"
Maar pa zei: "Dat spul staat me goed"
Liep hij langs de straat te flaneren
Dan zag 'ie de meissies omkeren
Maar zien ze nou mij, met m'n hoed en m'n snor
Dan zeggen ze: "Kom, loop jij nou maar door
Want je haalt het niet bij Dorus, Dorus sr."
Ik was maar krapaan achttien jaar
En ik weet als de dag van gister'
Dat ik keek naar z'n snor, wat een bos met haar
Voor mij was 'ie net een minister
Uit pure vadersverering
Zei ik tot m'n eerste verkering
"Als ik ooit 'ns z'n leeftijd nader
Wordt ik twee druppels water m'n vader"
refr.
Hij was een levenskunstenaar
Als 'r feest was kwam hij da'lijk
Hij werkte een week van 't hele jaar
Maar niemand die nam 'm dat kwa'lijk
Hij hield altijd zuinig z'n zorgen
Achter z'n hangsnor verborgen
En hoe meer ik z'n leeftijd nader
Voel 'k me twee druppels water m'n vader
refr.