Laatst vroegen de ogen van mijn liefste
Wie ben jij toch, wat is jouw diepst geheim?
Ach lief, een open schoot brengt ons gesloten ter wereld
En wat we diep verbergen, dat blijft een raadsel
Tot de dood
Toch is er een die je het zeker nog moet vragen
Zij heet 'Muziek'
Als zij, 'Muziek', de stilte tovert tot een melodie
De diepste snaren van ons gevoel raakt
En koestert, dan nog geen geluk beroerde
Dan resoneert daarin ons nameloos geheim
Een mens heeft nooit dit wonder in mij kunnen raken
En zij, 'Muziek', legt woordenloos de vinger op de wond
Zij deed mij geloven als een rots
Dat waar en goed bestaan
En ook al zong ze dieper dan de tederste der dromen
Nooit heeft ze mijn geheim verraden
Tot een naam
Maar toen mijn lief en ik verzonken
In een zee van tonen
Verzaligd ons bedronken aan het wonder van de klank
Toen proefde toch de een
Niet de ontroering van de ander
Elk bleef gevangen in dat lot
Dat ik niet jij kan zijn
Al voelen zich vereend
Die drinken uit een beker
Elk drinkt zijn eigen teug
En proeft zijn eigen dorst
Dus ook al prijst men luid
Gemeenschap en gemeenzaamheid
Ik weet door u, 'Muziek'
Het laatste woord is: eenzaamheid