"Dag Ton
Dag Henk
Fijn dat je d'r bent vandaag, weet je dat
Ik ben ook erg blij dat ik nu eens hier ben, ik mocht hier van mijn
ouders
vroeger nooit komen, in deze buurt. Maar ik vind dat je het aardig
opgeknapt
hebt
Zeg, wat ik nou altijd zo in jou heb bewonderd, dat is je ervaring
Hoe bedoel je dat, Henk
Nou ja, gewoon uit alles wat je doet datte..., daar spreekt ervarenheid
uit. Ik
voel me altijd een beetje broekje bij jou
Een keurig broekje
Dat is 't enige ook
Mooi vouwtje. Nou ja, ik vind het vervelend van mezelf te zeggen, maar
ja, een
beetje ervaring, ja allicht
Ja, en op vele terreinen
Hoezo, hoezo, hoezo, wou je wat weten dan
Met vrouwen en zo
Ja, 'k dacht wel dat je daar weer naartoe..., je keek zo slim
Nou ja goed, het is waar Henk, kijk... je hebt ze natuurlijk nodig,
tenminste
mannen met onze aanleg."
Vrouwen, vrouwen, vrouwen
Je kunt niet anders doen dan van ze houwen
Vrouwen, vrouwen, vrouwen
Maar echt begrijpen doe je ze niet
Ze zeggen ja, maar doen dan nee, ze zijn een wonder
Ze zijn de suiker in je thee, je kunt niet zonder
Vrouwen, vrouwen, vrouwen
Je kunt niet anders dan, want daarvoor ben je man
Dan van ze houwen
"Zeg Henk, herinner jij je eerste meisje nog
Ja, daar ben ik mee getrouwd
Arme jongen nou toch
Ja wat nou, arme jongen, zeer gelukkig hoor
Ja, maar kijk, ik bedoel dat je zo vreselijk veel gemist hebt dan. Je
moet toch
niet met je eerste meisje trouwen."
M'n eerste meisje die heette Rose
Hoe was ze, hoe was ze, hoe was ze
Ze was ontstellend lief, we liepen samen in het bos te kozen
Hoe was dat, hoe was dat, hoe was dat
Nou, nogal primitief
Heb je d'r, heb je d'r, heb je d'r
Heb ik d'r wat
Heb je d'r
Nee, want ze zei: "Het gras is zo nat"
Toen het weer droog was of in een portiek
Ach, weet je wat jij mist
Nee, wat
Gevoel voor romantiek
"Ja, maar dat is niet waar, dat is niet waar. 'k Ben zeer romantisch, weet
je
wij bij ons thuis, we drinken altijd een glas wijn voor het
Voor wat
Voor 't eten! Zal ik maar zeggen
O, ja ja. Zo zo. Eten jullie vaak
Nou ja, gewoon, elke dag drie keer zeg maar
Asjeblieft; wordt je dan nooit duizelig
Van wijn
Ah, jongen, jij wilt het onderste uit de kan hebben. Maar jij weet wat er
gebeurt; als je het onderste uit de kan wil hebben
Ja, dan krijg je het
Op je neus."
Toen kwam Helene, een wulpse blonde
Hoe was ze, hoe was ze, hoe was ze
Ach, Helene was een stuk
Heb jij toen bij haar het geluk gevonden
Wat dacht je, wat dacht je, wat dacht je
Je vond het geluk
Maar na een maand ben ik maar weer gegaan
Ja had d'r niet lief
Nee, ik kon het niet aan. Helene had genoeg voor een heel regiment
Weet je wat jij mist
Nee, wat
't Ontbreekt je aan talent
"Zo, dat moet jij nodig zeggen. Getrouwd met z'n eerste liefde. Schaam je
je
niet? Toen ik jong was
Ja, ja, en dan spreken we van voor de eerste wereldoorlog
Zeg, moet je horen Elsink, we gaan toch niet katten meteen he
Ga door, ga door
Toen ik jong was, toen kon ik er aan elke vinger wel tien krijgen. Ze
hingen
aan m'n lip, joh. Maar het deed wel eens pijn
Je kan het nog zien ook
O ja, ik had ze echt maar voor het opscheppen
Ja, opschepper! Kom, kom
Kom nou, pas op nou, ik heb meer vrouwen gehad dan jij karnemelk hebt
gedronken
Moet dat dan
Wat
Karnemelk drinken
Ja joh, 't is te goed voor je. Nee jongen, echt waar, zoals ik te keer
ging he
Mies, Ageeth, Willie, Willeke... noem maar op
Truus
Nee, Truus niet. Nee, maar d'r zuster Nel wel
Zeg, en nu, en nu
Ach, je wordt een dagje ouder he
Nou, je zou bij jou beter kunnen zeggen dat je een nachtje ouder wordt.
Ja, dat
gaat natuurlijk wel vlug als je ze maar voor het opscheppen hebt, en zo
he
Dat is toch iedere keer weer bukken. En je had het toch al in je rug
Zeg, gaan we weer katten dan?"
Maar toen kwam die ene, een beetje stille
Hoe was ze, hoe was ze, hoe was ze
Ze was verlegen en naief, en toch zou ik nooit meer een ander willen
Waarom niet, waarom niet, waarom niet
Ach, die stille heb ik lief
Heb je d'r, heb je d'r
Op het stadhuis
Dus jij zit 's avonds met moe voor de buis
Een jager in ruste, een stier met pensioen. Weet je wat het is
Nee, wat
"Ach Henk, 't is goed zo
Ach ja, ze krijgen ons allemaal wel klein, weet je dat
Ja, zo klein. Tja, vrouwen."
Vrouwen, vrouwen, vrouwen
Je kunt niet anders doen dan van ze houwen
Vrouwen, vrouwen, vrouwen
Maar echt begrijpen doe je ze niet
Ze zeggen ja, maar doen dan nee, ze zijn een wonder
Ze zijn de suiker in je thee, je kunt niet zonder
Vrouwen, vrouwen, vrouwen
Je kunt niet anders dan, want daarvoor ben je man
Dan verschrikkelijk veel, verschrikkelijk veel, verschrikkelijk veel van
ze
houwen