Er loopt een mannetje, een mannetje, een mannetje op de maan
Dat in z'n eentje het heelal moet inspecteren
Hij steekt de sterretjes, de sterretjes, de sterretjes 's avonds aan
Als de kinderen slapen gaan
En grote mensen, met sterretjes in hun ogen, door de stad flaneren
Hij is in lang vervlogen tijden naar de maan gegaan
Hij nam in lang vergeten dagen daar dat baantje aan
Maar als je vraagt waarom 'ie 't doet
Dan zegt 'ie heel bedroefd, heel bedroefd: gewoon, omdat 't moet
Zeg, somber mannetje, zeg mannetje, zeg mannetje op de maan
't Moet op die maan van jou toch heerlijk wonen wezen
Ver van de lieverdjes, de lieverdjes die ons naar 't leven staan
Tot ons wereldje moet vergaan
Met al z'n grenzen, waarover je zwart op wit in elke krant kan lezen
Geen mens wenst jou ooit naar de maan, al zag je nog zo zwart
En met een moord succes dat iedere beschrijving tart
Ben j'elke nacht de ster van de show
En toch, en toch, jij bent niet content; zeg op, hoe komt dat zo
Er woont een mannetje, een mannetje, een mannetje op de maan
Dat in z'n eentje het heelal moet inspecteren
Hij kent Mercurius en Jupiter, en wijst ze correct hun baan
Maar dikwijls kijkt hij Venus aan, vol vrome wensen
Als hier verliefde mensen door de stad flaneren
Dan poetst 't mannetje de maan, tot nut van 't algemeen
En denkt: Zij wel maar waar moet ik met m'n hormoontjes heen
Vaak zendt hij manisch depressief een S.O.S. bericht
Stuur S.V.P. nog deze week een ruimteschip op zicht
U snapt wel dat dat niet om 't schip, maar om de inhoud gaat
't Laat 'm Syberisch of ze Russisch, Grieks of Engels praat
Hij is tevreden met z'n werk, 't is z'n boterham
Toch stuurt 'ie elke maand opnieuw datzelfde telegram
En als je vraagt waarom 'ie dat doet
Dan zegt 'ie heel benauwd, heel benauwd: Gewoon, omdat 't moet