Johnny was een knul van amper achttien jaar
Met een zwarten leren jack en vet in z'n haar
Hij swingde met z'n truck langs de grote baan
En alle mooie meiden zaten achter hem aan
refr.:
Hij was de asfalt-rocker
De asfalt-rocker
En kwam je Johnny tegen nou dan schrok je toch wel even
Van die asfalt-rocker
Hij was de asfalt-rocker (de asfalt-rocker)
De asfalt-rocker (de asfalt-rocker)
En kwam je Johnny tegen nou dan schrok je toch wel even
Van die asfalt-rocker
Maar het was te gek wat die knakker dee'
Hij nam in plaats van lading al z'n vrienden mee
Hij huurde een orkest van een man of vijf
En maakte van z'n truck een swingend rock-paleis
refr.
(de asfalt, de asfaltrocker, de asfalt, de asfaltrocker)
(aaahaaahaaah)
Het rijden en het rocken was z'n tijdverdrijf
Maar na verloop van jaren werd 'ie stram en stijf
Toen kwam voor hem de dag dat geen van beide meer ging
En hij z'n leren jack maar aan de kapstok hing
refr.
Hij was de asfalt-rocker
De asfalt-rocker
En kwam je Johnny tegen nou dan schrok je toch wel even
Van die asfalt-rocker