refr.:
Ik stal een aardig liedje, het werd meteen een hit
Men floot het melodietje, 'k had goud in mijn bezit
Het knalde door de ether, wat had ik een geluk
Nu werk ik me te barsten, nooit had ik het zo druk
Zo zat ik vele jaren te schrijven, elke dag
Tot ik, moe van het pennen, opeens een gaatje zag
't Was eig'lijk niet zo moeilijk, waarop ik had gewacht
Ik leende van een ander, dit heb ik niet bedacht
refr.
Er wordt zoveel geschreven, vaak lijkt 't op elkaar
Zo gaat dat in 't leven, gerotzooi met elkaar
De een wijst naar de ander: dat liedje is van mij
Wat kan het ons toch schelen, 't is van ons allebei
refr.
Ik had een aardig liedje, maar nu ineens niet meer
Ik had een heerlijk leven, met rijkdom, roem en eer
Maar word ik zelf bestolen, aan 't einde van de rit
Zal ik er niet om treuren, 't was even mijn bezit
refr.(2x)