Het staat er morgen allemaal weer in,
de stukgelopen liefdes en het broodmes,
de ongeboren baby's die verslaafd zijn,
de minister-president met principes op de buis met een pooier uit het Gooi,
een klein berichtje over honger het stijgen van de koers.
't Staat er morgen allemaal weer in.
Een lijk in een plasticzak of bloemperk,
een sinterklaas rijdt kleuter op slag dood.
Een dichter die niet in zijn land mag rijmen,
een god die alleen van rijke mensen houdt.
Een martelaar, omdat hij riep:
"Het is 1 mei."
Een baby die inplaats van "mama" "help" zei,
het staat er morgen allemaal weer in.
Wat wij vandaag niet onder woorden kunnen brengen
lezen we morgen in de krant
in onderkast, cursief en kapitalen
dat heet uit goede bron
en uit de eerste hand.
Morgen wil ik kunnen schrijven
over een virus, dat gewichtigheid aantast
zonder hoofdletters, maar leesbaar.
Er zijn geen vrijwilligers voor kanker meer,
een foto van de waanzin onder een droogkap,
wil wil huilen met mijn anden
en niet langer met een bek vol tanden staan.