Wanneer een liefde overgaat,
is men de weg een tijdlang kwijt
en daarna loopt het uit op haat
of grove onverschilligheid.
Zo gaat het vaak, maar niet altijd:
ik weet een man, die veel aanbad,
hij kon herdenken zonder spijt,
hij had een ex in elke stad.
Voor de een droeg hij met warme stem
nog vaak een vers voor van Villon,
een andere had een kind van hem,
waar hij 't goed mee vinden kon.
Hoe vaak hij ook opnieuw begon,
het oude werd hij nimmer zat:
hij had een doel op elk perron,
hij had een ex in elke stad.
Hij stierf. In zeer flatteuze rouw
stonden de exen bij zijn graf
en ieder dacht: ik was die vrouw,
die ene, waar hij echt om gaf.
Ze liepen samen 't kerkhof af,
hetgeen op dat rustieke pad
nog wel wat strubbelingen gaf.
Toen ging een elk naar haar eigen stad.
Maar aan het einde van de laan
bleef er een staan en talmde wat:
naar wie zou ze vandaag eens gaan?
Ze had een ex in elke stad.