Als een hond heb ik staan janken
Naar de sikkel van de maan
Om de hemel te bedanken
Dat je mij hebt weggedaan
Nee, ik bleef niet voor jouw deur staan
Deze stad is groot genoeg
Bij een hond komt het op de geur aan
En het ruikt lekker in de kroeg
refr.:
Nee, ik wroet niet in de aarde
Ik ga niet tot op het bot
Nu ben jij de doodverklaarde
Ik leef weer, als een jonge god
Ik heb overal
Blauwe plekken van jou
Zoals jij mij naar mijn hok zond
Zoals jij tekeer kon gaan
Jij, die altijd weer een stok vond
Om een hond verrot te slaan
Ja, nu komen de verhalen
Ik breng jou in diskrediet
Terwijl ik drink uit zilveren schalen
Een ander vrouwtje hoef ik niet
refr.