Mijn hoed, die had vier deuken
Vier deuken had mijn hoed
En had hij niet vier deuken
Dan was het niet mijn hoed
Mijn hoed, die had vier deuken
Vier deuken had mijn hoed
En had hij niet vier deuken
Dan was het niet mijn hoed
Mijn ... , die had vier deuken
Vier deuken had mijn ...
En had hij niet vier deuken
Dan was het niet mijn ...
Mijn ... , die had ... deuken
... deuken had mijn ...
En had hij niet ... deuken
Dan was het niet mijn ...
Mijn ... , die had ... ...
... ... had mijn ...
En had hij niet ... ...
Dan was het niet mijn ...
Mijn ... , die had ... ...
... ... had mijn ...
En had hij ... ... ...
Dan was het ... mijn ...
... ... , die had ... ...
... ... had ... ...
En had hij ... ... ...
Dan was het ... ... ...