Wat moet het dacht ik zalig zijn
Wanneer een reus je kids napt
En jij een jaar op houtjes bijt
Totdat je een vals gebit hebt
En denkt hier kom ik nooit meer uit
Maar he wat zie ik ginds
Komt daar geen kleine stofwolk aan
Ach kijk het is een prins
Prinsen breken de voordeur open
Met een machtige sabelhouw
Draken moeten het duur bekopen
Reuzen hebben te laat berouw
Prinsen hakken de boel in diggelen
Om de dooie dood niet bang
En alle traantjes die nog biggelen
Kussen ze keurig van je wang
Een prins is lief en als een lam
Totdat een boef zijn mes trekt
Dan raakt een prins in vuur en vlam
Waardoor hij de prinses redt
Een prins hakt op de booswicht in
Maar nimmer met een knots
En als een boef niet opgeeft
Stort hij krijsend van een rots
Prinsen zwemmen de slotgracht over
Met een machtige krauwelslag
Blauwbaard zelf sloeg achterover
Jammer op zijn oude dag
Prinsen kunnen van liefde dromen
Onbereikbaar, eersterangs
Waar geen sterveling ooit zal komen
Rijden ze heel toevallig langs
Prinsen helpen iedere stakker
Hulp in nood is prinsenplicht
Prinsen kussen iedereen wakker
Die in een glazen kistje ligt
Prinsen hakken de boel in diggelen
Om de dooie dood niet bang
En alle traantjes die nog biggelen
Kussen ze keurig van je wang