Wij waren een meisje met goudblond haar
Met rokken, wijd en (?)
En prinsen stonden altijd klaar
En maakten ons de tijd plezierig
Maar hoe zij lachten om 't gevaar
Maar hoe zij schermden met elkaar
Ik had geen and're liefste, daar
Dan de minnestreel met wapp'rig haar
Hij wist een lied op luit en lier
Zo droevig lied klonk zelden hier
Hij wist een lied op het cymbaal
Het had opeens een eigen taal
Hij wist een lied op een stuk hout
Ik had 't warm, ik had 't koud
En nu ik alle liedjes ken
En ook 't meisje niet meer ben
Denk ik alleen nog, eens per jaar
Aan de minnestreel met wapp'rig haar
Hij wist een lied op luit en lier
Zo helder lied klonk zelden hier
Hij wist een lied op 't cymbaal
't Maakte alle bomen kaal
Hij wist een lied op een stuk hout
Ik had 't warm, ik had 't koud
En nu ik alle liedjes ken
En ook 't meisje niet meer ben
Denk ik alleen nog hier en daar
Aan de minnestreel met wap'rig haar
Hij wist een lied op luit en lier
Zo helder lied klonk zelden hier
Hij wist een lied op 't cymbaal
't Maakte alle bomen kaal
Hij wist een lied op een stuk hout
Ik had 't warm, ik had 't koud
En nu ik alle liedjes ken
En ook 't meisje niet meer ben
Denk ik alleen nog hier en daar
Aan de minnestreel met wapp'rig haar