Daar buiten lost het wolkendek
Op in witte wolkenflarden
Net was de hemel zwart als pek
Waarin zich nevels zwart verworden
Er komt een eind aan alle grauw
Wolken liggen n aan nek
Daarachter wordt de hemel blauw
Ik stuur een boze brief aan jou
Jij hebt mij lang alleen gelaten
En nu ik niet meer van je hou
Wil ik nog een keer met je praten
Een witte brief, een witte vlek
Hij cirkelt ver weg in het blauw
Waarin de wolken nek aan nek
refr.:
Gejaagd door de wind
Gejaagd door de wind
Gejaagd door de wind
Gejaagd door de wind
De paardebloem heeft kleine pluizen
Daar speelt de wind mee in de wei
Maar over honderdduizend huizen
Heel veel hoger blaast hij mij
refr.
De kleine schepen op de zee
Ze moeten op hun zeilen passen
Hij neemt hun in het voorbij gaan mee
Hij jaagt hen over wijde plassen
Zoals de wind jaag ik op jou
Ik heb aan adem geen gebrek
Tot ik jou in mijn armen hou
Er is een kleine stille plek
Er valt een plechtig rechte regen
Traag uit het loodgrijs wolkendek
Wat zal een vallend blad bewegen
Hoe buigt het koren op het veld
Wat brengt de wolken nek aan nek
Wat is het dat de stroom versnelt
refr.
Waaien naar een wildvreemd land
Op de wind op weg naar Iwie
Winden zijn op onze hand
Het zal waaien gaan in Iwie
Op de vlakte stuift straks zand
Adem in de lucht van Iwie
Langzaam aan, langzamerhand
Komen meeuwen boven Iwie
refr.(3x)