Dag, quasi-hoge hap
Je leest misschien wel even
Wat ik hier heb geschreven
Of is je tijd weer krap
Jij schrijft me met gezag
Ik moet me presenteren
Om 't oorlogsvak te leren
Je wacht me donderdag
Zo...? Quasi-hoge Piet
Op mij kun je lang wachten
Want arme mensen slachten
Is mijn bestemming niet
Klim nou niet op de kast
Maar jij moest eens ontdekken
De oorlog is voor gekken
Dat staat al heel lang vast
Ik was nog maar heel klein
Toen 'k vader zag kreperen
En moeders weg zag teren
En kinderen bang zag zijn
Maar anderen, weldoorvoed
Zag 'k zwelgen en zuipen
Die hoefden niet te kruipen
In blubber en in bloed
In cellen hokten zij
Die je op hun hart mochten trappen
Die je hun vrouw kon gappen
En hun tijd ging voorbij
Maar morgen... morgen laat
Ik mijn verleden achter
Mijn deur op slot. Dan wacht er
Mijn toekomst langs de straat
'k Versier mijn nieuw bestaan
'k Zal lopen, varen, rijen
Naar 'n nieuwe maatschappij en
Ik predik, waar 'k zal gaan
Ellende overboord
Elkaar de hand gegeven
En smul dan van het leven
Dat aan jouzelf behoort
Als 't bloed dan stromen moet
Meneren hoge pieten
Ga 't van jezelf vergieten
Jouw dure, vrome bloed
Ik ben nu vogelvrij
En zeg maar aan je knechten
'k Heb niets om mee te vechten
Ze knallen maar op mij
Knal veilig maar op mij