Als ik aan Delfshaven denk
Dan zou ik 't allerliefste
Toch weer even klein zijn
Als ik aan Delfshaven denk
Dan zie 'k de Aelbrechtskolk
En het Piet Heynsplein
De Achterhaven, de ophaalbrug
En 't Oude Kerkje, daar denk ik aan terug
'k Ben er geboren, 'k heb er gespeeld
En onwennig en verlegen m'n eerste meisje gestreeld
refr.:
Delfshaven, Delfshaven
Ik ken elke steen
Een prent van je Kolkje herken ik meteen
Delfshaven, Delfshaven
Zo klein en sereen
Delfshaven, ze bouwden een stad om je heen
Opa moest, toen hij nog jong was
En naar Rotterdam wou
Door de landerijen
Over de Nieuwe Binnenweg
Een half uurtje
Op de hobbelkeien
De sleperswagen, de paardentram
Een keer per jaar een dag uit: naar Schiedam
's Zondags een bolhoed en soms een glas
En zwieren met de baaien rokken als 't Koninginnedag was
refr.
Achterbuurt van Rotterdam
Ze hebben gaten in je
Ouwe lijf geslagen
't Was op het nippertje
Dat ze toch plotseling
Je schoonheid zagen
Maar het Piet Heynsplein is weggesaneerd
Het beeld van de zeeheld staat nu omgekeerd
't Wijst naar Den Haag en hij draait in z'n graf
Want ze pikten in Den Haag z'n hele Zilvervloot af
refr.